Page 120 - Cardiac abnormalities after aneurysmal subarachnoid hemorrhage
P. 120

dat WBS aanwezig kunnen zij bij opname of ze kunnen zich later ontwikkelen. Slechte neurologische conditie bij opname, sinus tachycardie, ST-depressie en ST-elevatie bij het opanme ECG en verhoogde troponine T, zijn onafhankelijke voorspellers voor het vroeg optreden van WBS, een myocard infarct patroon op het opname ECG en verhoogde troponine T bij patiënten met een SAB voorspellen het laat optreden van WBS, onafhankelijk van andere klinische voorspellers.
In Hoofdstuk 5 onderzochten we de hypothese dat cardiale dysfunctie na een SAB cerebrale perfusie kan verminderden. De data van cerebrale CT perfusie werden gecorreleerd aan de cardiale gegevens van de SEASAH. We vonden een verband tussen verminderde bloedtoevoer naar de hersenen bij patiënten met een verminderde hartfunctie in vergelijking met patiënten met een normale hartfunctie. Verminderde autoregulatie van de cerebrale vaten zou een potentiële verklaring kunnen zijn, maar pathofysiologische conclusies kunnen niet worden getrokken uit deze studie.
In Hoofdstuk 6 worden de resultaten van een histopathologisch onderzoek beschreven. In deze studie hebben we gezocht naar bewijs dat de mononucleaire cellulaire infiltratie die wordt gevonden in het myocardium van patiënten na een SAB aan de criteria van een myocarditis voldoet. We vergeleken post-mortem myocard van de patiënten die overleden aan een SAB met een controlegroep. We vonden een duidelijke verhoging van ontstekingscellen bij patiënten met een SAB en niet bij de controle groep. Verder vonden we trombi en myocytolysis, een andere aanwijzing voor een myocarditis. Dit onderzoek ondersteunt de theorie dat catecholaminerge stress een myocarditis kan veroorzaken en geeft richting aan toekomstig onderzoek. Tenslotte worden in Hoofdstuk 7 de belangrijkste conclusies van dit proefschrift samengevat en worden de resultaten in de context van de literatuur gezet. De klinische implicaties van dit proefschrift worden beschreven alsmede de beperkingen. Tenslotte wordt er een richting voor toekomstig onderzoek gesuggereerd.
118


































































































   118   119   120   121   122